Dit project bouwt voort op recent ontwikkelde methoden op het gebied van radarsatellietmetingen (InSAR) én extensometers. Met een extensometer wordt de bijdrage van verschillende bodemlagen, en mogelijk processen, vastgesteld door op verschillende diepten met sensoren de verticale bodembeweging te meten. Het geeft antwoorden op vragen als: waar vindt de bodemdaling plaats, hoe snel gaat het en wat is de dynamiek in tijd en ruimte. Ook wordt duidelijk wat de invloed is van weer en klimaat, van het landgebruik, opbouw van de ondergrond en van verschillen in grondwaterpeilbeheer. Met deze data krijgt men in Het Groene Hart veel meer inzicht in bodembewegingen en kan er draagvlak gecreëerd worden voor te nemen bestuurlijke maatregelen.
Tussentijdse resultaten
Er zijn vier landelijke meetlocaties geïnstalleerd in verschillende landschapstypen die veel voorkomen in het Groene Hart, namelijk in (1) een ontgonnen veenvlakte met veengrond zonder kleidek (Berkenwoude), (2) een ontgonnen veenvlakte met veengrond met kleidek (Bleskensgraaf), (3) een rivierkom- en oeverwalachtige vlakte met rivierkleigrond (Cabauw), en (4) een droogmakerij met een zeekleigrond (Hazerwoude-Dorp). Hiernaast is er één stedelijke meetlocatie in Gouda met een ophooglaag op veen gerealiseerd, en wordt er gewerkt aan een tweede stedelijke meetlocatie. Op al deze locaties staat een extensometer en worden grondwaterstand, bodemvocht, zuigspanning en neerslag gemonitord. Ook zijn er mechanische boringen gezet voor een gedetailleerde beschrijving van de ondergrond en is de bodem in detail gekarakteriseerd. Op één meetlocatie zijn grote veenmonsters genomen ten behoeve van bodemdalingsvoorspellingen. Naast de veldactiviteiten wordt hard gewerkt aan een dynamisch hoogtemodel (D-DEM) en aan de methode om met radarsatellietmetingen gebiedsdekkende bodembewegingsmetingen te schatten. Hiervoor wordt in het najaar van 2022 een Geïntegreerd Geodetisch Referentie Station (IGRS) opgebouwd.